Overstromingen: houtsector veroordeelt mededeling WWF over fijnspar

Op 24 september hebben tal van Nederlandstalige en Franstalige media in het land een persbericht van het WWF verspreid waarin werd beweerd dat de teelt en de drainage van fijnsparbossen de dodelijke overstromingen van juli zouden hebben verergerd. Alle leden van de Belgische bosbouw- en houtindustrie veroordelen deze mededeling scherp en betreuren dat de milieuorganisatie misbruik maakt van de tegenspoed van mensen om valse en ongegronde informatie te verspreiden.

Hier volgt de brief die ondertekend is door 9 organisaties (NTF, Fédération Nationale des Experts Forestiers, Union Ardennaise des Pépiniéristes, Belgische Houtconfederatie, Fedustria, InDUfed, de Union des Villes et Communes de Wallonie, de Koninklijke Belgische Bosbouwmaatschappij en de Koepel Vlaamse Bosgroepen) en die als “recht van antwoord” naar de verschillende redacties is gestuurd.

Recht van antwoord op de aanval op fijnspar

De perscampagne van het WWF over de fijnspar is dan ook intellectueel oneerlijk en misleidend. Het is een communicatiestrategie die actuele gebeurtenissen gebruikt om een boodschap van een geheel andere aard over te brengen.

Hoewel alle bij de bosbouw betrokken partijen erkennen dat bepaalde keuzes op het gebied van bosbouw in het verleden wellicht niet juist zijn geweest door grootschalige monocultuur te beoefenen, voornamelijk als gevolg van een gebrek aan kennis of technische informatie op dat moment, kunnen zij de verspreiding van verkeerde informatie zoals de volgende berichten niet tolereren:

“De aanwezigheid van fijnsparplantages in de Hoge Venen heeft ertoe geleid dat de overstromingen die gebeurden midden juli, verergerd zijn.

“Omdat de fijnspar niet graag veel water heeft, zijn de plantages voorzien van afvoerkanalen die het water laten wegspoelen.

Of nog:

“WWF vraagt dat ons land stopt met natuurgebieden te draineren (…)”

In de eerste plaats is het gebruik van afvoerkanalen in Waalse bossen voor nieuwe aanplant sinds 2008 bij wet verboden (artikel 43 van het boswetboek). De wetgeving veroordeelt ook formeel de instandhouding ervan. Het is onaanvaardbaar om “slecht bosbeheer” aan de kaak te stellen met het argument dat de bossen anno 2021 nog steeds courant drooggelegd worden. Voor de doorsnee burger suggereert de mededeling dat dit een actieve praktijk is die door bosbouwers wordt gesteund, wat helemaal niet het geval is. Op veel plaatsen was deze praktijk bovendien al veel langer geleden afgeschaft.

Bovendien bevat het Waalse overstromingsrisicobeheersplan (PGRI) 2022-2027 (dat momenteel wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek) geen elementen die het mogelijk maken een bosbouwpraktijk of specifieke gewassen aan te wijzen als factor die het overstromingsrisico zou kunnen hebben bevorderd. De afspoeling/erosie in het bos zou zeer gering zijn en beperkt blijven tot boswegen of tot enkele percelen die onlangs om sanitaire redenen zijn geoogst.

Ten tweede wordt in de mededeling van het WWF, naast het argument van de afwatering van de bossen, de keuze voor de fijnspar duidelijk in twijfel getrokken door te verwijzen naar “bomen die er niet tegen kunnen om ‘met de voeten in het water’ te blijven staan”. Deze uitspraak suggereert dat bosbouwers sparren aanplanten op plaatsen die er niet geschikt voor zijn. Ook hier is sprake van verkeerde informatie, want artikel 40 van het boswetboek verbiedt de aanplant van soorten die niet standplaatsgeschikt zijn (cf. fichier écologique des essences). Er dient ook op gewezen dat fijnsparren, met hun grote bladoppervlakte en hun hoge interceptiesnelheid van regenwater, het bereiken van het water op het maaiveld aanzienlijk vertragen en zo een onmiskenbare bufferfunctie vervullen vóór de afvloeiing.

Tenslotte is het leggen van een verband met de overstromingen van juli sensatiezucht en recuperatie pur sang. Suggereren dat het water dat van enkele plateaus in de Hoge Venen is gestroomd “de overstromingen heeft verergerd”, leidt het onderwerp af naar een emotionele conclusie die een buzz wil creëren. Volgens officiële KMI-gegevens bereikte de regenval in Jalhay op het hoogtepunt van de crisis in 48 uur een recordniveau van 271 mm, d.w.z. bijna driemaal de normale maandelijkse regenval in twee dagen. Sinds het begin van de meteorologische gegevens zijn in België nooit eerder dergelijke niveaus gemeten. In deze context zou zelfs het prachtigste veenmoeras tekort geschoten hebben.

Een andere onwaarheid in het betoog van het WWF is de bewering dat een gemengd bos meer koolstof opslaat dan een naaldhoutopstand. In feite wordt de totale koolstofbalans gemaximaliseerd met naaldhout, wat verre van onaantrekkelijk is in de context van de klimaatnoodsituatie. Voor de bosbouw en de houtindustrie is de mededeling van het WWF erop gericht de productie van naaldhoutsoorten en de productierol van bossen te bezoedelen en te veroordelen. Biodiversiteit is perfect verenigbaar met de productiefunctie van het bos. De drie functies van bossen, namelijk de ecologische, de sociale en de economische, kunnen elkaar zeer goed aanvullen.

In geen geval draagt het tegen elkaar uitspelen van biodiversiteit en productie bij aan de oplossing van de klimaatuitdaging. Dit geldt des te meer omdat, als men zich in de toekomst op korte, lokale ketens wil richten, het Belgische bos in staat moet zijn voldoende kwaliteitshout te produceren in het kader van een adaptief en evolutief bosbeheer. Houtproductie is een ecologische en duurzame oplossing in de strijd tegen de opwarming van de aarde (met name door CO2 vast te leggen) én in het waterbeheer, en geen vijand die overstromingen verergert!

De medeondertekenaars van het recht op antwoord

Frédéric Petit, voorzitter van NTF (Nature, Terre, Forêts)

Valéry Bemelmans, voorzitter van de Nationale Federatie van Bosexperts (FNEF)

Jonathan Rigaux, voorzitter van de Union Ardennaise des Pépiniéristes (UAP)

François De Meersman, algemeen secretaris van de Belgische Houtconfederatie

Filip De Jaeger, adjunct-directeur-generaal van Fedustria

Thomas Davreux, algemeen directeur van InDUfed

Maxime Daye, voorzitter van de Unie van Steden en Gemeenten van Wallonië

Dominique Godin, voorzitter van de Koninklijke Belgische Bosbouwmaatschappij (KBBM)

Eric Smeets, voorzitter van de Koepel Vlaamse bosgroepen